en zijne taak niet gemakkelijk. Niet omdat wij vreezen, dat zijne proeve van Bijbelsche romantiek den eerbied voor de Heilige Schriften zal schaden, maar omdat het schier onmogelijk is aan de eischen des lezers te voldoen. - Gij beweegt u niet op het veld van vrije fantasie: elk lezer heeft op het gewijde gebied zijne possessiën - en de beelden, die gij schetst, zijn hem geene vreemden, maar het zijn zijne oude kennissen - en in die bekendheid, ze zij juist of onjuist, is een schier onoverkomelijke hinderpaal om te voldoen!
Wij hebben rizpa bewonderd en bemind en een hart voor mephibozeth gehad bij ons klein vragenboekje; - wij maakten kennis met barabas en malchus op de kinderkatechisatie; - maria magdalena werd ons dierbaar aan moeders schoot, en - wij mogten nu meer of minder met verbeeldingskracht bedeeld zijn - wij hebben al die personen op onze eigen hand geïdealiseerd en gefatsoeneerd, naar onzen smaak en op onze wijze; die beelden zijn met ons opgegroeid en in onze voorstelling geworteld; en wij zijn gewoon geene andere klanken van hunne lippen te vernemen, dan beknopte spreuken, rijk in zin, karig in woorden. De oneindige afstand, die ons van hen scheidt, zet hun eene stille geheimzinnige majesteit bij, en omhult hen met een tooverwaas van Oostersche poëzij, waarvoor onze moderne woorden te stijf en te koel zijn; - ja, wij zijn overtuigd dat er geen ondankbaarder arbeid is dan de zoogenaamde Bijbelsche romantiek, en durven bijna vooronderstellen, dat de Schrijver zelf onvoldaan over zijn arbeid moet zijn, zoodra hij den Bijbel er bij opslaat; ofschoon wij hem onze toejuiching gaarne toebrengen over eene taak, die hij zoo wèl volbragt heeft. Maar lees b.v. II Samuël xxi, en sta dan stil bij vs. 10. ‘Toen nam rizpa, de dochter van aja, eenen zak en spande dien uit op een rotssteen, van het begin van den oogst tot dat er water op hen [hare gedoode zonen] drupte van den hemel, en zij liet het gevogelte des hemels op hen niet rusten des daags, noch het gedierte des velds des nachts’.... De Eerwaarde Schrijver vergeve het ons als wij belijden, dat de lezing van deze beknopte beschrijving ons toch nog méér in het hart heeft gegrepen, dan de vele schoone bladzijden, die hij aan de nagedachtenis dezer getrouwe moeder heeft toegewijd. - Eenig, onvergelijkelijk
Bijbelboek! Welke onnavolgbare poëzij ligt