Gods bestuur over de wereld, de stof harer blijdschap. Leerrede over Psalm xcvii: 1a, uitgesproken te Waalwijk, den 24sten April 1853, door W.L.F. Moltzer,Predikant aldaar. Uitgegeven ten voordeele der ongelukkige slagtoffers bij den brand van den 8sten Mei, te Kethel en Spaland. Te Schiedam, bij P.J. van Dijk. 1853. In gr. 8vo. 26 bl.
Wij hebben deze Leerrede, ofschoon in een niet zeer behagelijken vorm gedrukt, met genoegen en stichting gelezen, en verblijden ons over de uitgave; in de hoop dat zij iets zal hebben opgebragt voor de op den titel vermelde ongelukkigen. Er wordt hier eerst gewezen op het onloochenbare, allesomvattende, onveranderlijke en weldadige van het Godsbestuur, ten bewijze dat het de stof onzer blijdschap zijn moet; en daarna worden wij opgewekt: om dat Godsbestuur ook voor ons-zelven te eerbiedigen; aan Gods bedoelingen daarmede te beantwoorden; aan dat bestuur ons te onderwerpen en er op te vertrouwen. Eene gestrenge beoordeeling van dezen kansel-arbeid te leveren, ligt buiten onze bedoeling, omdat wij het weldadig doel der uitgave in het oog houden. Genoeg zij het, gezegd te hebben, dat de Heer moltzer zich door deze Leerrede niet ongunstig bekend maakt, en dat wij gaarne de redenen laten gelden, die hem bewogen hebben om de geteisterde ingezetenen van Kethel en Spaland te hulp te komen. Of echter eene zulke hulpbetooning, die thans en vogue is, aanmoediging verdient, is eene vraag, die wij liever aan anderen ter beantwoording overlaten.