levensweg, die niet met bloemen was bestrooid. Daar werd zij van zelve door gedrongen, om blikken in, rondom, en ook boven zich te werpen, en wat zij eens aanschouwde bewaarde zij goed. Vele beproevingen heeft zij doorgestaan. Haar eerste huwelijk was vol teleurstelling en verborgen leed. De kieschheid echter heeft haar over den man, die verdriet en kwelling over haar hoofd uitstortte, het zwijgen doen bewaren.
Het is niet doenlijk en bovendien ook onnoodig den inhoud van het werk op te geven. Alleen merken wij aan, dat moeders en wie zich bepaald met opvoeding bezig houden, de Schrijfster met vrucht zullen raadplegen, als zij over hare jeugd, opvoeding en ontwikkeling in het breede uitweidt.
Hare godsdienstige rigting was geloovig Protestantsch. Daarom bejammerde zij de Parlementsbesluiten, die voor de Ultramontaansche Hiërarchie eene breede deur openden. Van achteren is het gebleken, dat zij goed heeft gezien en zeer grondig heeft geoordeeld. Hare blikken op Ierland, en de oorzaken die zij aangeeft van de ellende, waaronder het arme volk aldaar, dat zij innig lief had, gebukt gaat, zijn juist en waar. Haar strijd tegen het Puseyïsme, als bedekt Papismus, is open en edel; hare liefde voor Israël is warm.
Wij zouden bij dit alles nog velerlei meer kunnen zeggen; bij voorbeeld, over hare zorg voor kinderen, en bovenal voor haren stomdoven kweekeling. Zoo verre wij weten, en ook uit dit geschrift kunnen opmaken, heeft zij nooit het zoet van moederweelde gesmaakt, maar zij heeft dit gemis vergoed, door alle hulpbehoevenden tot kinderen aan te nemen en aan dezen hare moederlijke zorgen toe te wijden.
Wij raden onzen lezers aan met dit menschkundig werk, door Mejufvrouw hasebroek zoo keurig vertaald, spoedig kennis te maken. Moge men hier en daar, vooral wanneer zij tegen de dolingen van het Papisme uitvaart, reden vinden om uit te roepen: ‘dat is te sterk!’ men bedenke, dat de Schrijfster een hooger leven dan anderen bezat, en dat hare uitingen van hoogere en buitengewone inzigten de natuurlijke uitvloeiselen waren. Ook zal niemand van haar zeggen, dat zij geene schaduwzijde had, en zij heeft zich willen geven zoo als zij werkelijk geweest is. Moge zij door haar geschrift liefde voor waarheid en deugd opwekken, en aldus ook na haren dood nog zegen stichten.