spelige een gedeelte op van den sluijer over volgende dagen, en toont hem ééne van de duizenderlei wijzen, op welke onschuldigen, in smaad en ramp, aan het gif dier vruchten levenslang kunnen kwijnen, als zijn gebeente reeds verworpen en zijne assche verwaaid is. Rampzalig, wie de oorzaak en voor God verantwoordelijk is van en voor de duurzame schande, smart en ellende, al ware 't ook maar van één enkelen, en dat om oogenblikken van verachtelijk en misdadig zingenot! Als zedelijk geschrift is het werk zeer aan te bevelen.
De stijl is vloeijend, op verschillende plaatsen schoon en voor het burgerlijke verhaal levendig, dikwerf zelfs schilderachtig. Tot een klein staaltje dáárvan volge hier iets uit een blik op Anna (D. I, bl. 193):
‘Ook in haar uiterlijk voorkomen was veel, dat aan de heerlijke beschrijving van dien dichter (beets) kon herinneren, maar tevens bestond er een groot verschil, want:
Over 't elpen voorhoofd hong
Geen wolk te droef voor een zoo jong.
Integendeel troonde daar enkel kalmte en reinheid, en de opslag dier donkerbruine oogen was zoo vrolijk en helder, dat aan geene weekheid te denken viel, maar veeleer aan eene zachte, minzame blijmoedigheid, welke aan dien blik moest boeijen; al had reeds het contrast u niet levendig getroffen van die donkere kijkers, met het matblonde hair, dat overigens in volmaakte harmonie was met de fijne, doorzichtige blanke kleur van gelaat en hals. Dit laatste, maar ook dit alleen, had zij voor het uiterlijke met hare moeder gemeen; want waar deze, zoo als wij zagen, de edele gelaatslijnen miste, gaven ze hare dochter eene hoogere schoonheid, die deed denken aan de afkomst uit een dier geslachten, waar edele fijne formen erfelijk schijnen te zijn. Zoo ge u daarbij voorstelt die spitse vingertoppen aan de fraaije handen, die ranke gestalte en dat kleine voetjen, dan zult gij volkomen begrijpen, welken indruk zij naast hare moeder moest maken; maar het verschil was nog onnoemelijk veel grooter, wat het innerlijke betrof.’ - Zoo vonden we menigte schoonheden van detail en een aantal fraaije bladzijden. Ietwat, een hard, lelijk word, en te over, ons niet verstaanbaar, vonden we hier en daar, en ook wel eens eene drukfout, doch deze