zelfverloochening, zich door de kracht des geloofs ook dáár niet verloochent, waar men van den geest des Evangelies cene minder heldere voorstelling heeft: in de Roomsche Kerk. Die Kerk-zelve mag er door hare aanmatigende, dreigende, tegenover het Protestantisme beleedigende houding zelve de oorzaak van zijn, wanneer zij door dat Protestantisme te eenzijdig wordt beoordeeld; - zeker is het, dat wij doorgaans in haar meer opmerken het streven naar gezag en invloed in het maatschappelijk leven, dan het kweeken op hare wijze van hetgeen goed en liefelijk is voor God en de menschen. Zij kan hare werkzaamheid in dit laatste opzigt te minder openbaren, naarmate zij meer gekromd gaat onder het juk van het Ultramontanisme; maar waar zij door dat juk niet geheel verlamd wordt, daar levert zij ook het blijk, dat de kracht van het Evangelie zich kan ontwikkelen onder elken vorm van uitwendige Kerkgemeenschap. Madeleine, de beminnelijke hoofdpersoon van dit verhaal, is daarvan de type. Zij heeft zich ten levensdoel gesteld een hospitaal te stichten, en wijdt aan dat menschlievend oogmerk alle hare krachten. Geene bezwaren schrikken haar af, geene teleurstellingen ontmoedigen haar, geene miskenning verflaauwt haren ijver, geene beproeving bluscht haar geloof uit, en ofschoon na 't verscheiden van het eenvoudige boerenmeisje niets dan haar naam gelezen wordt op hare stille rustplaats; Gods engelen hebben hare moeiten en opöfferingen opgeteekend in het gedenkboek dat open ligt voor het aangezigt des Eeuwigen.
Mogen wij ons ééne aanmerking veroorloven, dan is zij deze: dat hier en daar door het teekenstift der bekwame Schrijfster nog met enkele tinten beter had kunnen zijn in 't licht gesteld, dat het geloof de bron was waaruit madeleines bemoeijingen voortsproten. Voor den nadenkende is dat wel blijkbaar genoeg, maar vele lezers denken dikwijls minder dan de Schrijvers zich wel voorstellen. Doch dit is eene kleinigheid, en wij prijzen het boekje met nadruk aan, ook aan hen die in de Roomsche Kerk, partijdig genoeg, niets anders zien dan enkel niet-Christelijke, zoo niet tegen-Christelijke elementen.