tusschen de naaste bloedverwanten. Sir john is de erfgenaam van de titels en het grootste gedeelte van de bezittingen zijns vaders; william en dick zijn zijne jongere broeders, van welke de eerste vol afgunst, de tweede een braaf geestelijke is. Sir john heeft geene kinderen; william heeft eene dochter en eenen zoon; dick slechts een zoon. Ten gevolge van deze nakomelingschap hoopt william haldimand (de familienaam) in het bezit van de titels en goederen van Sir john te geraken. Williams dochter wordt versmaad en treedt in het huwelijk met een zeer braaf man, die echter, ten gevolge van de intrigues van william, broodeloos wordt en genoodzaakt om zijne fortuin te zoeken; hun eenigst kind leggen zij als vondelinge bij Sir john, die het opneemt en als het zijne beschouwt. Deze omstandigheid dwarsboomt nog meer de hoop van william, zoodat hij het testament van Sir john, waarbij men geloofde dat zijne vooruitzigten geheel werden ter zijde gesteld, poogt magtig te worden. Tot het uitvoeren van zijne heillooze plannen gebruikt hij zijnen knecht hush, die nog grooter schelm is dan zijn meester. De zoon van dick, van william, en de pleegdochter, benevens haar ware vader, worden vervolgens de hoofdpersonen van het zeer onderhoudend geschreven verhaal. De karakters zijn tot het einde goed volgehouden en munten soms boven vele der karakterschetsen van james uit. De zaak van het testament in den eikenhouten kist is nog al tamelijk waarschijnlijk en verkeert niet in een langdurig proces, maar eindigt met een gevecht op leven en dood, dat het groote voordeel heeft van de ontknooping niet te rekken. Het werk is der lezing allezins
waardig; de vertaling is vloeijend en de correctie zeer naauwkeurig. Druk en papier zijn goed, maar de titelvignetten zijn beneden het middelmatige.
Aan leesgezelschappen vooral kunnen wij het werk aanbevelen.
l.h.v.