Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1853

Timotheus. Handboek voor jeugdige Christenen; uit de nagelaten geschriften van A. Biben, in leven Predikant te Edam. Door A.P. van Groningen, Predikant te Ridderkerk. Te Schoonhoven, bij S.E. van Nooten, 1851. In kl. 8vo. VIII en 295 bl. f 1-80.

De Heer van groningen heeft in dit Handboek het een en ander aangeboden uit de nalatenschap van wijlen den alom geachten, te vroeg ontslapen biben. Het is eigenlijk een bundel tractaatjes, reeds vroeger afzonderlijk verspreid, doch nu, gelijk zij verdienden, bij elkander gevoegd. Zij doen biben kennen, en zijn hem waardig. Die wakkere man heeft veel goeds gedaan en hij had er eene bijzondere gave toe. Wie kent niet, om uit veel maar iets te noemen, zijn ‘Zondagsboek’? Hij was waardig in eene Volks-Maatschappij op éénen dag een tweevoudig gouden eereloon te ontvangen. Nu zij de krone der geregtigheid zijn deel, die weggelegd is voor allen die de verschijning des Heeren hebben lief gehad. ‘Zijn sterven’ - zegt van groningen - ‘heeft op de waarheid, hier zoo eerlijk, zoo hartelijk, zoo getrouw verkondigd, het zegel gezet. Hij heeft het mij laten zeggen, dat hij stierf in het-

[p. 206]

zelfde geloof waarin hij geleefd had, en ik weet dat hij wist in Wien hij geloofde. Gods Woord is zijne vertroosting en de verkwikking zijner ziele geweest, bij het naderen des doods; de laatste woorden van zijnen Meester en Heiland, kort vóór Zijnen kruisdood tot Zijne discipelen gesproken, hebben hem den doodstrijd gemakkelijk gemaakt.’

Wij bevelen dit Handboek, waarin een man spreekt, die zóó kon sterven, ruimschoots aan. Het werk munt uit door aangename verscheidenheid, door helderheid, en door die behagelijke losheid, waarmede hij wist te vertellen, en aller aandacht en belangstelling te boeijen. Een diep ernstig vertoog wordt door een korter of langer verhaal afgewisseld. Hier verrast u eene bloemlezing uit de sneldichten van huygens, dáár wordt gij bezig gehouden met een belangrijk gedeelte uit de Bijbelsche geschiedenis. Alles leidt tot de beantwoording der groote levensvraag: ‘hoe zal de jonge mensch zijnen weg onberispelijk gaan?’

Wij wenschen dit boek, zoo eenvoudig in zijnen dos als de waardige Christenleeraar-zelf geweest is die het schreef, eene algemeene verspreiding, ernstige behartiging, en getrouwe naleving toe.

h.

j.h.s.