Schrijvers, slechts een zeer flaauwen indruk na, omdat men weet, dat zij niets meer of minder zijn dan ijdele gedachtenbeelden. Het gebeurt dan ook zeker wel eens, dat men, na een roman met diepe aandoening gelezen te hebben, zich schaamt over zoo groote belangstelling in personen, die nooit hebben bestaan, terwijl men belijden moet dagelijks gevoelloos te zijn voor 't werkelijk lijden van natuurgenooten rondom ons. Ref. is daarom, zonder 't lezen van goede romans af te keuren, méér ingenomen met een verhaal ‘op waarheid gegrond.’ Worden in zulk een verhaal ook de zeden en gebruiken en de geaardheid der bewoners van bepaalde streken des vaderlands geschetst (hoe groote verscheidenheid biedt óns Land in alle die opzigten aan!), dan is 't hem dubbel aangenaam, en - ook die verdienste heeft het aangekondigde verhaal. De handelende personen zijn karakteristiek, en met getrouwheid naar het leven voorgesteld; wie hier met rentenaar en bregje, met frits en aafke heeft kennis gemaakt, behoeft hen niet persoonlijk te hebben gekend, om ze zich duidelijk voor den geest te stellen. De verhaaltrant is, daarenboven, eenvoudig en geeft vrij wel de eigenaardige spreeken zegswijzen der Noordhollandsche landlieden terug. Met welgevallen ziet men hier, hoe een degelijke volksäard niet duurzaam door vreemdelingen kan worden onderdrukt of verbasterd; maar met de oude zeden ook de oude plooijen weder aanneemt. Het werk verdient, naar Ref. gevoelen, alle aanprijzing, en hij zoude zich grootelijks vergissen wanneer het door iemand onvoldaan werd uit de handen gelegd.
Druk en papier zijn goed, en de titel prijkt met een lief vignet. Moge de late aankondiging, aan welke Ref. geen schuld heeft, nu strekken, om de belangstelling in 't werk te vernieuwen.
v.