De Parijsche Bloedbruiloft enz. Naar het Hoogduitsch. Te Utrecht, bij C. van der Post, Jr. 1852. In kl. 8vo. VIII en 93 bl. f :-60.
't Is altijd belangrijk gewigtige gebeurtenissen door tijdgenooten en ooggetuigen beschreven te zien; vooral wanneer de eene of andere partij er belang bij heeft de zaken te ontkennen, te verminken, of te verbloemen. Inzonderheid is dat het geval omtrent den moord aan de Fransche Protestanten, gemeenlijk Hugenooten genaamd, in Augustus 1572 gepleegd, en meer bekend onder den naam van de Parijsche bloedbruiloft of St. Bartholomeus-nacht. Met reden zegt de Vertaler, dat er geen feit is aan te wijzen, waarin zich meer trouwloosheid, list en bloeddorstigheid vereenigden, om een aanzienlijk deel van de bloem eener natie te doen omkomen. - De V. moge verder zeggen, dat men deze wekenlange slagting te zeer aan geloofshaat heeft toegeschreven; daar zij ook aan de Machiavelsche Staatkunde van het Fransche Hof en aan persoonlijke vijandschap moet geweten worden; - Ref. kan hem niets anders toestemmen, dan dat de haat van sommige grooten der partij van de guises, tegen eenige der slagtoffers, zich van de gelegenheid heeft bediend om hen uit den weg te ruimen, in weerwil van de listige Koningin-moeder, tegen wier belang 't streed de guises, door de geheele vernietiging der Protestantsche partij, meester van het bewind te laten worden. Maar de uitroeijing der ketters, reeds in 1565 te Bayonne tusschen catharina en alva afgesproken, en gedurig verraderlijk beproefd, gelukte in 't eind door dezen moord voor welken de taal geene woorden heeft. Had persoonlijke vijandschap of enkel Staatkunde de dolken bestuurd, slechts enkele Hugenooten waren er dan gevallen. Een vergif als dat waardoor, naar allen schijn, ook de Koningin van Navarre werd uit den weg gernimd ware dan voldoende, en geen openbare moord noodig geweest aan duizenden, uit den geringen adel, en honderd maal duizend voor het hof niet
gevaarlijke menschen, in alle oorden van Gallië. Neen, het was de geest van Rome, die de vuisten der bloedhonden bestuurde; gelijk het ook Rome was, dat een Te Deum aanhief over die hartverscheurende gruwelen. Geene vergoelijking derhalve, gelijk hier in het voorberigt! De levenden moeten het weten wat Rome wil en wat het doet als het kan; opdat onze kinderen vrij blijven van de jammeren, welke, in den loop der eeuwen, Italië, Spanje, Frankrijk, Ierland, Duitschland, Polen, Bohemen en Nederland tot wanhoop hebben gebragt.
Het werkje is uit het Latijn van hotman, hotoman of