Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1852

Duizend Spreuken der oudheid voor den Zoon der Negentiende Eeuw. Staat-, Zede- en Huishoudkundïge voorschriften van Pythagoras. Te Amsterdam, bij J.H. van Kesteren. In 16mo. 102 bl. f :-60.

De wijsheid van pythagoras, van welke 't hier aangeboden gedeelte zijner Gouden Spreuken eenig denkbeeld kan geven, was niet onvruchtbaar voor zijnen tijd. In zijne leerlingen en volgelingen vorderde en bewerkte hij de hoogst mogelijke eenvoudigheid en zuiverheid van zeden. Het doel van den Vertaler om met die Spreuken ook onder óns nut te stichten, is allezins loffelijk. Hier en daar is de vertaling stijf; elders hadden we die korter en naauwkeuriger gewenscht. N^o. 823, b.v., had moeten zijn: ‘Schrijf uwe wetten niet met een bebloed zwaard op de muren der steden.’ - Jammer ook, dat van deszelfs, dezelve, en hetzelve een overdadig gebruik is ge-

[p. 656]

maakt; men vindt die wel eens tweemaal in twee regels (N^o. 819). - Vele der spreuken zijn niet voor óns geschikt, zoo als b.v. 816: ‘Neem u in acht om, wanneer gij des morgens uitgaat, niet den eersten stap links te doen’, en 870: ‘De getrouwde man drage geen ander linnen, dan dat vervaardigd door de hand zijner vrouw’, of 348: ‘Ontzeg aan de priesters den titel van burger’; of 144: ‘Bemoei u nimmer met de belangen van het volk.’ - Ver de meesten echter bevatten nuttige lessen en wenken, die altijd en overal geldig blijven. - Het boekje is helder van druk en in zakformaat; men kan 't dus, op reis gaande, gemakkelijk bij zich steken, en de lezing er van, die tot ernst en nadenken stemt, is altijd aan te prijzen boven die van menig ander werkje, waarmede men enkel den tijd doodt. - Hiermeê eindigen wij, gedachtig aan de les in spreuk 980: ‘Schrijf weinig.’