ons met hetgeen in de Nieuwe Bijdragen ter bevordering van Onderwijs, enz. van Mei 1842 ten aanzien van deze prentwerken is gezegd: ‘De inhoud dezer prenten maakt eenen diepen indruk op het kinderlijk geheugen en gemoed en niet ligtelijk wordt dezelve vergeten, gelijk mij reeds bij ondervinding gebleken is. - Ik noem het een gelukkig denkbeeld de geschiedenis aldus aanschouwelijk voor te stellen. Hierdoor wordt zij eerst regt geschikt voor de lagere school. Deze toch is de plaats der aanschouwing, niet der wetenschap, en hoe aanschouwelijker het onderwijs gemaakt wordt, hoe meer de school aan hare bestemming zal beantwoorden. - Hartelijk wensch ik daarom dat deze onderneming steeds bijval moge vinden en ondersteund worden gelijk zij verdient.’
De groote nuttigheid en bruikbaarheid van dit werk in aanmerking nemende, achten wij het jammer dat de prijs, hoe matig ook gesteld, nog altijd te hoog is voor de geringere klassen onder welke vooral wij 't verspreid zouden wenschen, daar jong en oud er op elke bladzijde iets vindt dat hem aantrekt, sticht en leert. De vraag dringt zich dáárom aan ons op, of er, door Vereeniging van Christenvrienden, niet aan eene algemeene verspreiding van dit werk gedacht zou kunnen worden?