gadegeslagen. Aldus heeft de lezer, wanneer hij niet met den stoomgang des ongedulds het boek doorvliegt, maar bedaard voortgaat, en wèl toeziet, aanleiding en gelegenheid, om den oorsprong, den voortgang en de uitwerking van uiteenloopende karakters op te merken, en er zijn voordeel mede te doen; te meer dewijl uit het rein gemoed dezer romandichteres geene gruwelen opwellen.
De goede Hertogin echter is een van de minst gelukkige karakters. Zij is goed uit zwakheid, en wij staan in twijfel of de Schrijfster dat zòò heeft gewild. Wilmington staat daar als een echt toonbeeld van loszinnigheid, weelde en verkwisting; verschrikkelijk drietal, dat den mensch, in wien 't heerschappij voert, tot onberekenbare dwaasheden en verkeerdheden brengt. De tweede gade des loszinnigen is eene ijdele vrouw, wier verstand het ongeluk van haren man verhaast. In craiglethorpe is de wraakzucht geschilderd, zoo als zij wrokt en wroet in den beklagenswaardige, die, vervreemd van God, alleen zich-zelven zoekt. Eerbied en achting boezemt de edele henry in; een voorbeeld van zelföp-offering, die liever met schande in den dood gaat, dan zijnen vader, hoe wèl verdiend ook, in het verderf te storten. Flavia, zijne gade, is eene beminnelijke, innig liefhebbende vrouw. Zijne zuster carolina is mede achtingwaardig, en hare moeder, de ziekelijke vrouw met edele beginsels, doch wil zonder magt, verdient medelijden.
Wij hebben deze karaktergalerij met genoegen doorwandelt. Het verhaal van de gebeurtenissen en handelingen van deze en andere optredende personaadjen is levendig, boeijend en natuurlijk.
De uitvoering verdient lof; maar de verwarring van het laatste blad des Eersten Deels is lastig.