te leur, omdat het voor den predikant te oppervlakkig is; geene nieuwe wenken of gezigtspunten bevat, en voor hen die niet in de H. Bediening geplaatst zijn of hopen te worden, te weinig boeijend en wegslepend is. Immers men vindt hier zeer alledaagsche zaken in een alledaagsch kleed. Proeven van oppervlakkige en weinig beduidende zamenspraken van gemeenteleden onderling en van den predikant met de gemeenteleden. Diepe menschenkennis en karakterkunde zoekt men er te vergeefs. Evenmin vindt men in de gesprekken en toespraken die zeggingskracht en bewijsvoering, waardoor tragen ijverig, onverschilligen belangstellend, zondaars te regt gebragt, koude ijveraars voor de doode letter met den geest des Evangelies bezield, ongeloovigen geloovig worden. In die korte verhalen, in welke zij voorkomen, is te weinig leerzaams voor den geest, te weinig gevoeligs voor het hart. Waar men dingtaal verwachten zou, omdat de uitwerking zoo groot was, vindt men slechts het resultaat; geenszins eene aaneenschakeling van bewijsgronden, waardoor dat resultaat algemeen wordt aangenomen; of men vindt, gelijk bl. 168, waar de Schrijver een stukje: over den verkeerden en algemeen heerschenden trek, om de vorige dagen te verheffen boven de tegenwoordige voorleest, ‘hetwelk’ met gespannen aandacht tot het einde ‘toe’ gehoord wordt, waardoor allen het met ‘dominé eens worden’ in plaats van dat stukje slechts........... Het doet ons leed te moeten betuigen, dat wij met dit werkje weinig zijn ingenomen, hoewel de Schrijver een zeer gemakkelijken, eenvoudigen stijl heeft, en de convérsatietoon goed weet te vatten. Wij gelooven, dat hij, zich toeleggende om eenvoudige verhalen voor minöntwikkelden te schrijven, gelukkiger zoude slagen, dan in het zamenstellen van boeken, waar men degelijkheid in verwacht.
† -.