Hebreeuwsche oefeningen met de noodige spraakkunstige aanwijzingen en ophelderingen, ten dienste der Scholen en Gymnasiën, door J. Waterman, Leeraar in de Oostersche talen, aan het Stedelijk Gymnasium te Arnhem. Te 's Gravenhage, bij Gebroeders Belinfante. 1850. In gr. 8vo. 170 bl. f 1-70.
Niemand zal de Heer waterman groote verdiensten in de Hebreeuwsche paedagogie ontzeggen. Ook dit boekje verdient ruimschoots aanbeveling. Het zal eene reeds lang bestaande leemte aanvullen, en de vertaling in klassiek Hebreeuwsch opwekken.
Is het boekje vrij van fouten? - Wij zullen dit niet in bijzonderheden onderzoeken. ‘Regels en oefeningen ontvouwen en breiden zich, in trapswijze opvolging, op een streng methodieke wijze uit,’ zegt de Schrijver in de Voorrede. Doch wij betwijfelen of in het algemeen wel genoegzaam onderscheid is gemaakt tusschen Etymologie en Syntaxis, en of niet die deelen, welligt in het Hebreeuwsch ineenloopend en door fijnere kritiek te onderscheiden, te veel onder elkander geward zijn. Men zie bladz. 1, No. 2: ‘Het woordje ‘is’ enz. - Bladz.