berekend was om eene beredeneerde spraakkunst voor de Italiaansche taal te leveren. De Heer ter reehorst, die zeker geen Italiaan en ook geen Nederlander is, zoo als uit dit boekje blijkt, had niet zoo veel op den titel en in het voorberigt moeten belooven. Liever had hij moeten letten op zijne eigene woorden, pag. 21: ‘Om eene levende taal behoorlijk te leeren, dient men onderwijs te genieten van eenen in den lande geboren of getogen taalkenner, die bij eene grondige theoretische kennis, eene zuivere uitspraak en praktische kennis vereenigt; niet van een kromtong; want het theoretische gedeelte kan men wel uit boeken leeren, doch het praktische niet.’ Eene logische bewerking behoeft men hier niet te verwachten.