Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1850
(1850)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 504]
| |
Half en heel werk.
Overleg is 't halve werk,
Doet vooral deze eeuw ons zeggen,
Waarin volk bij volk verdiept is
In 't staatkundige overleggen.
't Hele werk volbragt gij, Neêrland!
Onder Staatsliên wijd vermaard,
Toen ge, met uw wakkre zonen,
Rang en rijkdom hebt vergaârd.
Het weten van Joost.
Joost weet àl wat gebeurt in huis en op de straat;
Joost weet van 't heele land, wien 't wèl of kwalijk gaat;
Terwijl hij, bovendien, de zaken van den Staat,
En elker Staatspartij weetgierig gadeslaat;
Maar hoe zijn weetlust moge blaken:
Joost weet niets van - zijne eigen zaken.
De gouden eeuw.
Als ieder werkt, en laat voor andren 't spreken,
Als 't luiaardsgild van 't aardrijk is geweken,
Dan zal men de eeuw, waarom de braven smeeken,
De gouden eeuw weêr aan zien breken.
Iersche landverhuizing.
Europa, nimmer plundrens meê,
Doorwroette, Amerika! uwe ertsrijke ingewanden,
En zendt, in ruil voor 't goud gesleept van uwe stranden,
Een deel u van zijn beedlaars toe.
Voorregt van den arbeid.
Moog 't wèlverdiende brood in smaak en deugdzaamheid
't Geschonken ver te boven streven,
De trage lediggang bespeurt geen onderscheid;
Dit is aan d'arbeid slechts gegeven.
Heerenveen, 1850.
|
|