king; de uitmesting; de melkgeving; de mest; de bedekking enz. - De dieren, hier bepaaldelijk genoemd, zijn: het paard, het rund, het schaap, het varken en de ezel. - Niet ongaarne zouden velen ook de hond, de kip en het eend willen hebben behandeld gezien; immers ook deze zijn productief, en de hond is vrij algemeen een lastdier, welks leefregel, gezondheids- en ziekteverschijnselen wel genoemd mogen worden.
Het oordeel over dit werk is gunstig, ofschoon Ref. het wat eenvoudiger had gewenscht, om gereeder ingang te kunnen vinden bij die lezers, voor welke het eigenlijk is bestemd. Men moet meer geleerd hebben, dan onze lagere scholen opleveren, om 't nu overal te verstaan. Dit echter geldt minder voor den Schrijver, die het vooral tot eene handleiding maakte voor zijne leerlingen, aan welke reeds eene meer wetenschappelijke opvoeding ten deel viel, en die tevens met andere wetenschappen, verwant met deze, bekend worden gemaakt. Er komen ook wel eens woorden in voor, die verkeerde voorstellingen kunnen geven, zoo als: jagt en stilstand in het bloed; uitdrukkingen toch, die pathologisch niet op ééne hoogte staan met proteīne verbindingen enz. in de scheikunde. - Om vooroordeelen of grove meeningen bij het publiek te vernietigen, vooral in de geneeskunde der menschen en dieren, dient men zich van alle onbepaalde uitdrukkingen te onthouden; eenvoudige maar duidelijke benamingen zijn volstrekt noodig, om beschaving, ook in dit opzigt, aan te kweeken.
De vertaling had hier en daar beter kunnen zijn; men leze slechts de eerste bladzijde. Ook de correctie laat te wenschen over, b.v. blz. 593; en dat ook de vertaling wel eens te veel wetenschappelijke kennis in den lezer vordert, blijkt, onder anderen, aan blz. 553. - Wij zullen niet méér voorbeelden aanvoeren, die toch de zaak niet meer kunnen veranderen, maar de Vertaler vermijde voortaan het Hoogduitsche in den stijl en den woordenroof bij de Duitschers zoo sterk in zwang. - De technische termen behooren uitsluitend aan de inge-