om dankbaarheid te toonen, door God en christus te verheerlijken in huiselijk en maatschappelijk leven. Wij wenschen daarom deze leerrede in veler handen, en hopen, dat zij het nut stichte hetwelk de Eerwaarde moock zich heeft voorgesteld; dat de Gemeente te Koevorden ook door dat woord opgewekt worde, om het werk harer leeraars op prijs te stellen, opdat zij door hunne prediking meer en meer worde geheiligd en opgebouwd in geloof, hoop en liefde.
Ook het andere boekje mogen wij onze aanprijzing niet weigeren. Het bevat een eenvoudig, maar hartelijk en ernstig woord tot opwekking, om den weg ten leven in te slaan; vooral na eene waarschuwing hoedanige de Cholera voor allen geweest is. In zeven afdeelingen wordt dit boekske verdeeld en daarin beschouwd. 1. Het belang van dezen raad voor den mensch. 2. Het gebed onder de vreeselijke ziekte. 3. De verpligting tot anderen. 4. Het onzekere der toekomst. 5. Het oogmerk Gods met de zending van christus op aarde. 6. Het hedendaagsch Christendom. 7. Het belang van een werkdadig geloof. Dat de uitdrukkingen niet altijd juist en duidelijk zijn, blijkt reeds uit het opschrift boven de eerste beschouwing: Het belang van dezen raad voor den mensch, zonder dat er van eenigen raad gesproken is. Uit de lezing blijkt wel, dat de Schrijver doelt op den raad: ‘Waakt dan, want gij weet niet in welke ure uw Heer komen zal,’ matth. xxiv:42, doch dat moest in het opschrift zijn uitgedrukt. Zoo is ook de opgave der Bijbelwoorden dikwijls onnaauwkeurig; vooral ook de opgave van hoofdstukken en verzen, b.v. bl. 20: Hebr. x, lees: Hebr. xi; bl. 21: ‘De Schrijver des briefs aan de Hebreën vs. 9 zegt:’ aldaar is de bijvoeging Hoofdd. iv vergeten; bl. 24: matth. viii:22, 23, lees: matth. vii. De Heer mulder zij wat naauwkeuriger, daar naauwkeurigheid een hoofdvereischte is voor eenen onderwijzer; inzonderheid voor eenen onderwijzer in de Godsdienstleer, die zijne leerlingen, tot staving van zijn onderwijs, naar vele Bijbelplaatsen moet verwijzen. Druk en