Jonge Heeren. Typen uit het jonge heeren leven. Door den Schrijver van: ‘Na het studenten-leven.’ Iste Deel. Te Maarssen, bij C. van Nederhasselt, Jr. 1849. In gr. 8vo. 315 bl. f 3-:
Nog altijd zijn en blijven typen aan de orde van den dag, en die van ‘jonge heeren’ zullen wel reeds vóór het schrijven van deze aankondiging bekend en beoordeeld zijn geworden. Brave, vrolijk-losse, verleidende, verliefde, arme, rijke, tooneelminnende, luije, gevallene, jonge, oude, bekeerde, geleerde en staatkundige jonge heeren worden hier ten tooneele gevoerd. De eene schets is - kon het ook anders? - oneindig scherper, in fijner trekken uitgewerkt, dan de andere. De meesten zijn zoodanig ingerigt, dat zij de personen sprekende en handelende doen optreden, en deze winnen het dan ook ver van de eigenlijke schetsen, in welke veel minder leven en beweging is. Waarheid zal - vreezen wij - niet de minste verdienste van deze typen zijn: wij zeggen: vreezen; want aan liederlijke tooneelen ontbreekt het niet, en dezulke worden met zekere voorkeur geschilderd, hoewel wij moeten erkennen, dat het afzigtige niet als iets uitlokkends wordt voorgesteld, maar wel degelijk met aanwijzing van de rampzalige gevolgen der ondeugd. De eerste schets is ook in waarde