te meer hulp van noode, die geheel overmeesterd werden door zinnelijkheid en zonde, en dus als gevaarlijk geestelijk krank moeten beschouwd worden. Dat door het oprigten van een werkhuis, zoo als de Heer donkersloot voorslaat, waar tevens voor verwarming en voedsel gezorgd wordt, veel goeds kan worden daargesteld, gelooven wij gaarne, indien er dan ook een middel hestaat om het gemaakte steeds tegen billijken prijs te verkoopen, opdat de bijdragen tot instandhouding eener zoodanige inrigting niet te hoog loopen. Hetgeen Dr. donkersloot zich voorstelt, is waarlijk schoon en edel; onwillekeurig dachten wij aan sue's Juif errant, waar een maison commune des ouvriers geschetst wordt in de fabrijk van hardy; de woorden, welke daar geschreven zijn, herhalen wij hier; mogen ook daardoor de Heer donkersloot in zijn goed voornemen worden gesterkt en anderen ter bevordering van hetzelve worden opgewekt: ‘Entreprendre une chose belle, utile et grande, douer un nombre considérable de créatures humaines d'un bien-être idéal, si on le compare au sort affreux, presque homicide, auquel elles sont presque toujours condamnées; les instruire, les relever à leurs propres yeux; leur faire préférer aux grossiers plaisirs du cabaret, ou plutôt à ces étourdissements funestes que ces malheureux y cherchent fatalement pour échapper à la conscience de leur déplorable destinée, leur faire préférer à cela les plaisirs de l'intelligence, le délassement des arts; moraliser en un mot l'homme par le bonheur,’.... ja, dat is een heerlijk
doel, tot hetwelk alle weldenkenden moeten medewerken, en door welks bereiking de Heer donkersloot zich eene eerzuil zoude oprigten in de harten van honderden beweldadigden.
De druk is net, maar de correctie laat hier en daar iets te wenschen over; zoo leest men telkens ‘rei’ in plaats van ‘rij’; in de aanhaling van salomo's Spreuk. xiv:17 staat: ‘beter is een geregt van groen mos, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij,’ terwijl salomo niet van mos maar van moes, moeskraid (Hebr. jarak, het Latijnsche olus) spreekt; de onkundige