der oorheelkunde van m. frank, door hem in het Nederduitsch bewerkt, kan hiervan getuigen. Het zal zeker de vraagbaak van menigen Heelkundigen onder ons geworden zijn, voor wien tot hiertoe deze tak der geneeskunde bijna eene terra incognita is geweest. Eene nieuwe proeve van dit streven levert de Heer swaagman weder door de hier aangekondigde Diagnostiek der oorziekten. Gelijk over het geheel in de geneeskunde, is eene zoo veel mogelijk volledige diagnosis vooral voor de gebreken van het werktuig des gehoors een vereischte, zal de therapie eenen redelijken grondslag hebben. Nu eene zoodanige Diagnostiek aan het werk van frank schijnt te ontbreken, zullen deze bladen zeker met dankbaarheid door de beoefenaren der Heelkunde, die tot hiertoe van de oorziekten geen bijzonder werk maakten, worden ontvangen. Na de lezing van dezen arbeid van swaagman, zullen zij, alvorens eenige inspuiting of de aanwending van eenig, soms niet genoeg aangewezen, middel bij gehoorziekten te ondernemen, zich alvorens door de hulpmiddelen, hier voor oorgebreken aan de hand gegeven, willen overtuigen, of zij met eene aandoening der gehoorzenuw, gebreken van het uit- of inwendig oor, van de tuba enz. te doen hebben, ten einde daarnaar de therapie te bepalen. Stemvork, en uurwerk, beschouwing van den uitwendigen gehoorgang door den oorspiegel, aanwending van den catheter met of zonder inspuitingen, zullen dan, waar noodig, door hen, ter onderkenning van de gebreken in de verschillende deelen en weefsels des gehoor-orgaans, niet worden nagelaten.
De Schrijver zie daartoe aan zijne Diagnostiek den welverdienden bijval geschonken.