allen omhaal niets weten te zeggen tegen hetgeen thiersch had geschreven. Schermen de Tubingers, met niet weinig ophef, met de Christelijke en Anti-Christelijke literatuur der eerste eeuwen van onze jaartelling: onze Schrijver schroomt niet, deze dorre velden insgelijks te betreden tot handhaving van het geloovig standpunt. En spreekt het van zelf, dat op veel, dat nà het verschijnen van dit boek is uitgekomen, geene acht kan geslagen zijn, - dat beneemt alleen aan sommige aanteekeningen eene betrekkelijke waarde, want de hoofdzaak blijft dezelfde.
En die hoofdzaak is, zoo als wij reeds zeiden, de oorsprong der Evangelie-verhalen. Wel wordt in den aanvang over de taal en den stijl van de schriften des N.V. en aan het einde over de geschiedenis van den kanon des N.V. in het algemeen gesproken; het eerstgenoemde is de kern van het geheel, gelijk de kern der Tubinger bestrijding ook vandaar uitgaat in de geliefkoosde stelling van het tendenz-schrijven. Het hoofdstuk over de in het N.V. bestredene ketterijen is echter ook zeer belangrijk, en verspreidt veel licht over hetgeen door de Tubingers voor hunne zaak van de historisch-dogmatische zijde was in het midden gebragt.
Eene breedvoerige ontleding van het werk behoort, onzes inziens, niet hier, maar in een wetenschappelijk theologisch tijdschrift. En onze aanmerkingen op gedeelten zijn zoo weinige, en aan de hoofdzaak zoo ondergeschikt, dat wij ons liever bij eenvoudige aanprijzing van dit solide geschrift bepalen. De bekwame Vertaler heeft zijne taak zeer goed verrigt, en veel van den onaangenamen, ingewikkelden stijl van het oorspronkelijke verholpen. Slechts moeit het ons, dat hij ten gevalle van den uitgever vele in de Hoogduitsche uitgave in haar geheel voorkomende uittreksels uit Kerkvaders enz. heeft weggelaten; want weinige Theologanten hebben die dure boeken onmiddellijk bij de hand, en - zal men uit eigene oogen zien, dan behoort men voor zich te hebben, wat zij schreven, op wier getuigenis men zich van wederzijde beroept. Een zoo belangrijk bofek om zulk eene kleine vergrooting van onkosten van