zou moeten ondergaan, mede te deelen ‘aan zoodanige vereeniging van personen, welke in zich de noodige bestanddeelen bevat, om een werk van geld en omvang, als het onderhavige, tot stand te brengen’ (bl. 28); hij doet dit aanbod van mededeeling ook aan de Commissiezelve, mits zij daartoe aan hem regtstreeksche aanvrage doe.
Dit werd geschreven den 23 Januarij 1859. Of de Commissie de aanvrage gedaan heeft, of er eenige andere vereeniging, gelijk de Heer hallo die wenschte, is opgedaagd, of de Heer hallo zijne mededeelingen onvoorwaardelijk doet of gedaan heeft of doen zal, of er iets van alle de plannen te regt zal komen: - dit alles is met een sluijer bedekt: zoo veel is zeker, dat men er tot dus verre niet meer van hoorde.