Welke is de kracht van het Christendom in dezen tijd? Door C.H. van Herwerden C.H.Z., Theol. Doct. en Predikant te Groningen. Te Haarlem, bij A.C. Kruseman. 1848. In gr. 8vo. 20 bl. f :-20.
Dit geschrift is eene kleine bijdrage tot de Apologie des Christendoms. Het strekt om aan te toonen, dat het Christendom zelf geen schuld heeft aan zijne schijnbaar geringe of ook wel, hier en daar, geheel en al verlamde en ontzenuwde werking in onze dagen; maar door eene jammerlijke belemmering, die het van zijne eigene zoogenaamde voorstanders en leiders heeft moeten ondervinden, is buiten staat gesteld, om zijne heiligende en zaligende kracht regt te openbaren.
Der behartiging waardig zijn de wenken des Schrijvers omtrent de behoefte aan eene klare en nogtans diepe, innige en tevens ernstige opvatting des Evangelies. Deze alleen kan volgens zijne overtuiging het Christendom doen worden, hetgeen de Heer gewild heeft, dat het worden zou: het deeg, dat de menschheid doorzuurt, om haar geheel aan hare bestemming te doen beantwoorden.
Deze bladen, onder den indruk der groote volksbewegingen in den zomer van het gedenkwaardige jaar 1848 geschreven, hebben nu nog hunne waarde niet verloren.
w.v.