Elk in zijn vak.
Op eene Duitsche oude prent staan de volgende sprekende figuren: een koning, een geestelijke, een soldaat, een burgemeester, een doctor, een boer, een kastelein, een muzijkant, een meisje, een Griek, en een duiveltje. De koning zegt: ik regeer u allen; de geestelijke: ik leer u allen; de soldaat: ik bescherm u allen; de burgemeester: ik bestuur u allen; de doctor: ik help u allen; de boer: ik voed u allen; de kastelein: ik verkwik u allen; de muzijkant: ik verheug u allen; het meisje: ik verleid u allen; de Griek: ik bedrieg u allen; terwijl het duiveltje roept: pas op, of ik haal u allen!