niet ongelukkig geslaagd. Het publiek verneemt er uit, dat de overledene een braaf en bekwaam man is geweest. De lijkredenaar heeft zijn' held in dat licht vertoond, waarin hij voor zijne gemeenteleden en bekenden 't voordeeligst uitkomt. Het verwondert ons niet, dat velen, die de lijkrede hoorden voordragen, haar ook wenschten te bezitten, deels uit achting voor hun ontslapen herder, deels uit erkentelijkheid voor den man, die zijn beeld hun had voorgesteld. Voor het groote publiek echter is zij van minder beteekenis, en wij kunnen, op dien grond, niet gelooven, dat zij algemeen veel belangstelling zal opwekken.