Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1849
(1849)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 91]
| |
boekske worden beschreven, de eeuwigheid is ingegaan in de gegronde hoop op den Heer; maar de geheele wijze van inkleeding is zoodanig, dat wij niet buiten vrees zijn voor misbruik. Wij denken hierbij aan het herhaald onderzoeken en doen onderzoeken van des lijders geloof, aan hetgeen voorkomt over ontwaren der werking van den H. Geest, enz. en zouden meenen, dat de zich half en half noemende Mr. beter gedaan hadde met eene oordeelkundige omwerking; of, zoo hij op zijn godsdienstig standpunt zich daartoe niet verstaan kon, met geheel en al deze vertaling van eene vertaling achterwege te laten. Het stukje is ook in den vorm minder behagelijk, door gedurige invlechting van onbeduidende, althans niets ter zake doende brieven. |
|