verstanden wijden, niet zeer bemoedigend. Uit die verslagen blijkt, dat bij de rijpe jeugd te veel oppervlakkige kennis wordt aangetroffen; een gevolg misschien van de zoogenaamde kinderlectuur die, in het algemeen, hoe zedelijk en godsdienstig de rigting moge zij, meer berekend is om op eene aangename wijze den tijd te dooden, dan wel om den geest met degelijke kennis te verrijken. In deze geschriftjes van den Heer waterman is het degelijk nuttige aan het genoegelijke der lectuur gepaard. Indien wij iets hebben aan te merken, het betreft den stijl. Waartoe toch, hier en daar, die lange volzinnen, die men soms in één adem niet omvatten kan? De kundige Schrijver zie eens wat Professor geel van zulke volzinnen zegt, en doe er zijn voordeel mede. De bijvoeging op de titels: Nederlandsche jeugd, Nederlandsche scholen is geheel overtollig.