Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1848
(1848)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 755]
| |
riep hij eenen naast hem staanden kleedermaker toe, ‘hoe die Luitenant daar ginder tuimelen zal!’ Naauwelijks had de aangesproken nevenman een' blik op den hem aangeduiden officier geworpen, of hij ruk te de buks van zijnen strijdmakker uit den aanleg, met den uitroep: ‘Om 's Hemels wil, dien moet gij mij niet doodschieten; hij is mij tachtig thalers schuldig.’ Zoo werd het leven van den Luitenant gered; ware hij een betere betaler geweest, zoo was hij dood. |
|