Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1848(1848)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De soldaat mijnheer, de jonkheer burger, in Pruissen. Du en Sie. Neen, niet meer jij en jou bij den Militiestand! Uwedele en Uwé is thans in Pruissenland, Zoo absolut weleer, Nu Republiekgezind, de titel der soldaten, Die, revolutionair, snbordinatie haten. Hoe toch de kans verkeer'! Subordinatie werd voorheen hun eingeprügelt; Thans, nu der Franschen geest den Pruis heeft ueberflügelt, Is elk soldaat een heer; Hem viert men boven maat, en men verguist zijn' Koning; Deez' deelt men alsem toe, en genen niet dan honing. 't Is alles omgekeerd. De Koning is steêkind; men wil thans zelf regeren; Het Opperhoofd wordt knecht, de titel van Mijnheeren Aan Ratjetoe vereerd! De opheffing van den Adelstand bij Koninklijk Besluit. 'k Draag eerbied toe aan d' Adelstand met Edelheid gepaard, Waar de Adeldom van 't Voorgeslacht bij 't Nakroost bleef bewaard; Maar, zoo't dien schandvlekt door zijn daân, ontadelt het zichzelf, En de oneer sterft met hen niet weg in 't aadlijk grafgewelf. Ziedaar het loon, ziedaar de straf, aan aadlijk bloed gehecht, En geen geboorteregt of pligt wordt door een Wet beslecht! Men tapt den Jonkheer bij Besluit geen enkel onsjen af: Het is een spoorslag, dien God-zelf tot eedle daân hem gaf. j.w. ijntema Julij, 1848. Vorige Volgende