Pruiken en staarten.
Grootbrittanjes hoofdstad was den 11 Februarij 1765 de schouwplaats van een tooneel, dat de wonderlijke denk- en handelwijs der Engelschen en over het algemeen de zwakheid van den menschelijken geest voor ons des te treffender aan den dag legt, daar het nog tot onzen hedendaagschen tijd behoort. In het jaar 1764 liet men in Engeland, ten gevolge van eene der modewisselingen, den kunstigen haarbengel, dien men staart noemde, varen, en begon zijn eigen haar, wanneer men het namelijk bezat, ongebonden te dragen. Ten gevolge daarvan geraakten de paruikmakers, die te Londen zeer talrijk geworden waren, zonder werk en in grooten nood. Een tijd lang weergalmde stad en land van hunne vruchtelooze klagten, dat ieder, in plaats van een pruik, thans zijn eigen haar wilde dragen. Weldra echter kwamen zij op het