dezes Schrijvers, en zeker is die groot en opmerkelijk. Intusschen, wij hebben hier eene proeve van de wijze, waarop hij daarbij te werk gaat en zich de taak gemakkelijk weet te maken. In zeer kort tijdsbestek zijn deze beide romans in Engeland verschenen, zoo ze zelfs niet gelijktijdig bij gedeelten in de maandwerken het licht zagen. Om zich daarbij niet te veel inspanning te vergen, heeft de Schrijver ze gemaakt tot variatiën van eenzelfde thema. De roman is in beide deze verhalen volmaakt dezelfde, en de Schrijver heeft dus van zijn verbeelding en vindingsgave niet veel moeite behoeven te vergen. Het is alsof hij heeft willen beproeven, hoe het ging, als men dezelfde zaak op twee onderscheidene tooneelen liet gebeuren. In den Heidelberg is de held een jong mensch, die in zijne zeer vroege jeugd door een huwelijk verbonden is met eene ondeugende vrouw, van wie hij een afkeer heeft; intusschen verlieft hij in Heidelberg op een jong lief meisje, dat hij uit een groot gevaar redt. Beauchamp is iemand, die in zijne jeugd door boosaardige list verstrikt is in eene zoogenaamde echtverbindtenis met een wijf, waarvan hij een afkeer had, intusschen verlieft hij later op een meisje, dat hij uit een gevaar redt. Beide de helden hebben door reizen hunne eerste echtgenooten zoeken te ontvlugten. Beide strijden tegen trouwe liefde, totdat zij, de een door de ontrouw, de ander door den dood, van hunne opgedrongene wederhelten verlost meenen te zijn. In beide gevallen is dat mis, en raken de heeren eerst vrij door de gruwelijke misdaden der beide vrouwen, waarvan de eene eenen lastigen minnaar en zichzelve door vergif ombrengt, de andere haren wezentlijken minnaar den hals afsnijdt en zichzelve uit een venster naar beneden stort en aldus sterft. Men ziet, de grondtoon van beide verhalen is vrij gelijkluidend. Het spreekt van zelf, dat in de uitwerking van dit thema groot verschil bestaat.
De tooneelen, waarop wij verplaatst worden, geven natuurlijk reeds eene groote verscheidenheid; en terwijl Heidelberg geheel een historische roman is, behoort Beauchamp tot het genre der gewone huiselijke romans.
Vraagt men nu, aan welken van beiden wij de voorkeur meenen te moeten toekennen, dan moeten wij zeggen, dat in beide deze stukken, gelijk dat bij de werken van james doorgaans het geval is, veel goeds wordt aangetroffen. Rec. las toevallig Heidelberg het eerst, en in vele opzigten boezemde hem dit verhaal levendig belang in. De geschiedkundige partijen, de tooneelen uit den dertigjarigen oorlog, vooral die, waarin de Keurvorst en zijn hof voorkomen, zijn gelukkig gekozen; fraai beschreven is ook het tooneel, waar de held en heldin op den onstuimigen stroom met levensgevaar ronddobberen. Maar overigens is het romantische gedeelte niet het gelukkigste. Het voorgaande huwelijk van dezen held