| |
Het Leven van Lodewijk Filips, Koning der Franschen. Naar het Hoogduitsch van Dr. C. Birch vrij bewerkt door D. Veegens. IV Deelen. Te Haarlem, bij de Erven F. Bohn. 1846-7. In gr. 8vo. f 10-:
De verdienstelijke bewerker van deze levensgeschiedenis geeft in eene wèlgestelde voorrede de redenen op, die hem bewogen, om het oorspronkelijke geschrift van Dr. birch op eene vrije wijze in onze taal over te brengen. Daarbij heeft hij zich niet als een slaafsch vertaler gedragen, maar, waar de staatkundige denkwijze des Schrijvers van de zijne afweek, of de feiten hem voorkwamen minder juist te zijn voorgesteld, zijnen eigen weg bewandeld. Alle te zijner beschikking staande bronnen heeft hij voor dit boek geraadpleegd, en ook eenig nut getrokken van de Histoire de louis philippe I, door a. boudin en g. moutet, die in Parijs bij afleveringen in het licht verscheen. Hoezeer in een' tegenovergestelden geest geschreven, heeft de Heer veegens ook gebruik kunnen maken van Histoire de dix ans van louis blanc, en de Histoire de l'Europe depuis l'avènement de louis philippe van capefigue. Wij hebben dus hier een bijna oorspronkelijk werk ontvangen, dat in een' gematigden en onpartijdigen vrijzinnigen geest is opgesteld. De bewerker heeft evenzeer getracht zich te wachten voor het voorbeeld van hen, die de treurige handelingen van eenen egalité, om de verdiensten van zijnen doorluchtigen Zoon, vergoelijken, als voor de hatelijkheid van eenen louis blanc, die, om zijne communistische droomen beter ingang te doen vinden, gretig alle lasteringen tegen den Koning der Franschen in zijn bekend werk opneemt. Desniettemin zal eerst lang na dezen tijd, als Koning lodewijk filips geheel tot het gebied der Geschiedenis behoort, wat in deze bladen nog onvolledig en twijfelachtig is, volkomen kunnen worden aangevuld en opgehelderd.
| |
| |
Het is eerst na de omwenteling van 1848, dat al de Deelen van dit werk in handen van Ref. gekomen zijn. Lodewijk filips behoort door die omwenteling, als Vorst, reeds tot het historisch gebied, zonder dat het nog mogelijk is geworden, de raadsels zijner regering volkomen op te lossen. Van den troon geschopt en tot den rang van eenvoudig particulier afgedaald, ja tot balling vernederd, zijn de oordeelvellingen over zijn' persoon en zijne regering door partijzucht in een verkeerd licht geplaatst, of door eene gepaste meêwaardigheid in zijn ongeluk welligt te overdreven gunstig geworden. De lezing van eene onpartijdige geschiedenis zijner lotgevallen en daden, die sedert achttien jaren ten naauwste met het lot van Europa in verband stonden, is thans nog belangrijker, dan zulks vóór eenige maanden was. Hoe men over de verdiensten van lodewijk filips moge denken, niemand zal ontkennen, dat hij, na napoleon, een der merkwaardigste personen was, die onze zoo hoogstmerkwaardige tijd heeft opgeleverd. Was de eerste groot in den oorlog, hij was zulks door het behouden des vredes. Herstelde de een de rust en orde door krachtige maatregelen, geschraagd door zijnen wapenroem; de andere breidelde den omwentelingsgeest door een voorzigtig en verstandig gebruikmaken van de omstandigheden, door het vuur van den opstand en des krijgs te blusschen, waar het zoo dikwijls dreigde uit te barsten. Napoleon bezweek na een' vijftienjarigen strijd tegen Europa's krijgsmagten; filips na een' achttienjarigen, tegen opentlijke en geheime zamenspanningen der staatkundige partijen. De Keizer der omwenteling viel door buitenlandsch geweld; de Koning der Revolutie door binnenlandschen opstand; de de een door weinigen, de andere door velen beklaagd. Beide hebben als Vorsten groote bekwaamheden ten toon gespreid, en zijn eindelijk
bezweken voor de vijanden, die de een zich door zijne overdrevene heerschzucht op den hals haalde, de andere door den volksgeest, dien hij op den duur niet konde beteugelen. Het beslissend oordeel over den laatsten blijve nog opgeschort, tot dat de staatkundige woelingen zullen zijn gestild, en Europa, na de stormen, die het teisteren, tot een' vasten en geregelden toestand is overgegaan. Een geschrift, dat eene zoo gewigtige bijdrage tot dat oordeel levert, kan in dezen tijd niet anders dan welkom zijn.
De twee eerste Deelen bevatten herinneringen aan de voorouders en ouders van lodewijk filips; zijne kinder- en
| |
| |
eerste jongelingsjaren, zijne intrede in het werkdadige leven en verworven krijgsmansroem; zijne rondzwervingen in den vreemde, en zijne reis naar het hooge Noorden, met zijn verblijf in de Nieuwe Wereld. Vervolgens wordt zijn oponthoud in Engeland en zijne verzoening met den oudsten tak der bourbons, zijn huwelijk, het eerste jaar der restauratie, de honderd dagen en de restauratie van 1815 tot 1830, in zoo vele hoofdstukken beschreven. De twee volgende Deelen beginnen met een tafereel van de omwenteling van Julij 1830, waarop de regering van lodewijk filips als Koning der Franschen volgt, en waarvan de helft, of de eerste negen jaren, met eene zekere uitvoerigheid behandeld wordt, zijnde in zeven tijdvakken verdeeld, als 1. van 's Vorsten troonsbeklimming tot de aftreding van den Generaal lafayete als opperbevelhebber der nationale garde (Augustus-December 1830); 2. van deze aftreding tot den dood van den eersten Minister casimir perrier (Januarij 1831-Mei 1832); 3. van diens dood tot het dempen van den opstand te Parijs bij de begrafenis van den Generaal lamarque (Mei en Junij 1832); 4. van het dempen diens opstands tot de verwijdering der Hertogin van berry uit Frankrijk (Junij 1832-Junij 1833); 5. van die verwijdering tot den aanslag van fieschi (Junij 1833-Julij 1835); 6. van dien aanslag tot de optreding van Graaf molé als eersten Minister (Julij 1835-September 1836); eindelijk, 7. van deze optreding tot aan den val van het naar hem genoemde Ministerie (September 1836-Maart 1839). Een vijfde Deel, hetwelk wij hopen spoedig te gemoet te mogen zien, zal het vervolg dier aan gebeurtenissen zoo rijke regering behandelen en het werk besluiten. Misschien zal de Schrijver en de Heer veegens nu wel overgaan,
om het leven van lodewijk filips tot aan de verjaging van den troon voort te zetten, waardoor zijn openbare loopbaan waarschijnlijk voor altijd gesloten is.
De val van napoleon, de tegenstelling van de keizerskroon van Frankrijk en hare heerschappij over bijna gansch Europa, met de rots van St. Helena was treffend, en toch is de val van lodewijk filips nog treffender. Hij wekte te meer verbazing, omdat bij minder voorzien en als een bliksemstraal plaats greep. Drie jaren tijds, van den gedenkwaardigen terugtogt uit Rusland tot aan den slag van Waterloo, waren er noodig, om den colossus van zijn voetstuk af te werpen; drie dagen, misschien slechts drie uren, waren
| |
| |
genoegzaam, om den Vorst, aan wiens leven de rust van Europa gehecht was, van den troon te bonzen, en hem met zijn geheele geslacht van den Franschen grond te verjagen.
De tijd zal het leeren, of met zijnen val, even als na dien van napoleon, voor ons werelddeel een nieuw tijdvak van rust en welvaart zal aanvangen, zoo dat zijne regering niet meer zal worden teruggewenscht, maar geheel in de schaduw zal worden geplaatst; of Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap slechts bedriegelijke klanken, dan wezentlijke bestanddeelen der maatschappijen zullen worden. Een Vorst, dien men het meest geschikt achtte om de moeijelijke taak eener constitutionele regering te vervullen, is bezweken; wat zal het lot zijn van die, welke veel minder talenten, in tegen- en in voorspoed opgedaan, minder wijsheid en menschen volkskennis in zich vereenigen? Het lot van lodewijk filips is eene groote les voor Vorsten en Volken; het waarschuwt voor het gevolg eener staatkundige leiding, die niet geheel overeenkomt met de eischen des tijds en het verlangen der Natie, voor de gevolgen van eenen opstand, die nog lang zeer wrange vruchten voor de volken zal na zich slepen. Voorzeker zal er onder Gods bestuur, eindelijk iets goeds en beters uit de verwarring, die de val van lodewijk filips de meeste Staten van Europa berokkende, ontstaan. Een nieuw tijdvak schijnt in het staatkundige aangebroken. Maar met welke schokken zal de wedergeboorte van ons werelddeel niet gepaard gaan! Hoe lang zal de gisting der maatschappelijke bestanddeelen en belangen nog niet duren, eer de opgewekte hartstogten weder bedaard en bezonken, en welvaart en rust wedergekeerd zullen zijn; eer de van donkere onweerswolken zwangere hemel is opgeklaard, en de volken zich in de ware Vrijheid, de echte Gelijkheid en de zuivere Broederschap, op Christendom, deugd en zedelijkheid gegrond, meer algemeen zullen mogen verblijden!...
Het deed Ref. genoegen, een werk als het boven aangekondigde in dezen tijd in het licht te zien verschijnen. Sedert lodewijk filips van het staatkundig tooneel is afgetreden, schijnt hij bijna reeds vergeten te zijn; zijne achttienjarige regering, waarin hij aan Europa door het bewaren en handhaven des vredes, geen mindere dienst dan aan Frankrijk bewees, schijnt bijna uit het geheugen gewischt. Is het nog niet slechts eenige maanden geleden, toen men met angst den naderenden eindpaal des levens van den grijzen Vorst te
| |
| |
gemoet zag; en thans, nu hij onttroond en verjaagd is, spraken zij, die vroeger zich in zijnen lof, misschien overdrijvend, als uitputteden, weinig of niet meer van hem, alsof hij er nooit geweest ware, en hij niet eenmaal de teugels van den hollenden omwentelingsgeest in handen had, die tot nog toe niemand heeft kunnen noch durven opvatten.
Zoo zijne tijdgenooten te zijnen opzigte ondankbaar zijn, het nageslacht zal hem zeker regt laten wedervaren; het zal, een regtvaardig vonnis over hem uitsprekende, ook niet blind zijn voor de gebreken, die hem, even als elken sterveling, aankleefden; maar hem toch als een der bekwaamste en verdienstelijkste Vorsten van de 19de eeuw erkennen; eene eeuw, waarin hij de kunst van regeren, zoo hagchelijk geworden, gedurende achtien jaren, over een zoo woelziek volk, te midden van den strijd der partijen, van openlijken opstand, geheime zamenzweringen en mislukten sluipmoord, met goeden uitslag uitoefende, tot dat het uur sloeg, waarin zijne taak plotseling afgebroken werd. Ref. eindigt dit verslag met de aanprijzing van een werk, dat Schrijver en bewerker, om deszelfs voortreffelijke behandeling, onpartijdig oordeel en eenvoudig sierlijken stijl, eer aandoet, en dat zoo zeer geschikt is, ons een' verdienstelijken en ongelukkigen Vorst bij iederen onbevooroordeelde regt te doen wedervaren. Toen napoleon gevallen was, waren er velen die zich niet ontzagen, tegen den dooden leeuw hunne doellooze pijlen af te schieten; terwijl velen thans nog zijne asch vergoden. Dat wij, nu lodewijk filips in ballingschap verkeert, niet zoo ondankbaar zijn, om al het goede, dat hij voor Europa zoo wel als voor Frankrijk stichtte, te miskennen; men leze dit werk, en men zal weldra tot andere gedachten komen. Napoleon verliet den troon, beladen met den vloek van Europa, dat verbaast en verplet was bij den val van filips; tot bezinning gekomen, zal het zijne nagedachtenis zegenen en vele zijner pogingen op prijs stellen. |
|