mist, door den gekozen vorm van brieven, een' geregelden zamenhang; dat gemis wordt geenszins door levendige voordragt of wegslepende naïveteit, zoo als brieven van een' vader aan een' zoon konden hebben, vergoed; van vele zeer vele dingen wordt iets gezegd, maar waarom het juist in zulk eene bonte orde op elkander volgt, zien wij niet in. Dit oordeel zou gemakkelijk te staven zijn, zoo wij slechts de opschriften der brieven uit den inhoud wilden afschrijven. Daarenboven is de stijl hier en daar vrij nevelachtig en onbepaald; een gebrek, hetwelk in Duitschland zeer algemeen is, en waarvan zelfs de uitstekendste Schrijvers van dat land zich niet altijd geheel zuiver kunnen houden, en de menigvuldige aanhalingen van Grieksche en Latijnsche plaatsen geven aan de behandeling een zeker waas van pedanterie, dat aan brieven van een' vader aan een' zoon geene bekoring geven kan. In één woord, wij hadden het boek of uitvoeriger en stelselmatiger, of levendiger en eenvoudiger gewenscht, en er gaarne ééne groote gedachte in gezien, die zich van 't begin tot het einde van het werk vertoonde, om het menigvuldige in eene hoogere eenheid op te lossen.
Onze Gymnasiën, ook daar, waar zij het meest naar de Duitsche hervormd zijn, verschillen nog al aanmerkelijk van de Duitsche inrigtingen van dien naam. De jonge lieden blijven daar lang, en verlaten gewoonlijk die inrigtingen op lateren leeftijd, dan waarop jonge lieden bij ons naar de Hoogeschool overgaan. Voor Nederlandsche jonge lieden, die nog op een Gymnasium bezig zijn, gelooven wij, dat deze brieven minder geschikt zijn, en voor eenen jongeling, die werkelijk naar de Hoogeschool overgaat, bevatten zij weder te veel, dat alleen op zijn Gymnasium past. Hem ondertusschen durven wij de lezing van dit werk gerust aanbevelen. Wanneer hij zijnen tijd goed besteed heeft, zullen de lessen en raadgevingen, die op eene vroegere vorming betrekking hebben, hem niet doen blozen, en vele brieven zullen hem voor den nieuwen weg, dien hij inslaat, tot veilige gidsen zijn. Onder de brieven, of liever hoofdstukken, die ons het meest bevielen, noemen wij den 28sten