Geografische kunde.
De Landverhuizers-Courant (want ook zoodanig eene bestaat er in Duitschland) vermeldt de volgende hiertoe betrekkelijke anecdote: Hoe uiterst beperkt meestal de geografische kunde en over het algemeen de begrippen zijn, waarmede de vele zoogenaamde landverhuizers Europa verlaten, om in andere werelddeelen een onzeker geluk te zoeken, kan de volgende, uit het leven gegrepene anecdote, die mij zelven niet lang geleden bij mijn verblijf te Ments wedervoer, ten duidelijkste toonen. Het was 6 ure 's morgens. Reeds driemalen was op verscheidene stoomschepen, die in de haven tot hun vertrek, deels naar Manheim deels naar Keulen, gereed lagen, de klok getrokken, toen nog een boerenhuisgezin, ruim met kinderen voorzien, buiten adem kwam aanloopen. Daar ik bemerkte, dat het landverhuizers waren, riep ik hun uit mijn venster toe, waarheen zij wilden, en poogde hun daarbij te doen begrijpen, dat het schip, waarop zij aan boord wilden gaan, stroomopwaarts naar Manheim bestemd was. In haast dankt mij de man, maar deed daarbij de vraag: ‘Gaat dan dien kant op de weg niet naar Nieuw-York?’