onderscheid, dat er bestaat tusschen Kerk en Bisschop, tusschen den Zetel en den Persoon, die op denzelven zit. De daarbij ontwikkelde denkbeelden worden vervolgens toegepast op den H. Stoel, en eene schets geleverd van het Hof van Rome, van het Collegie der Kardinalen en van de Roomsche Congregatiën, tot berekening van wier waarde eenige opmerkingen worden medegedeeld. Het tweede deel van dit geschrift handelt over den oorsprong, de natuur en de uitgestrektheid der wezentlijke regten van den H. Stoel. Hier wordt het Primaatschap van petrus en zijne opvolgers verdedigd met bewijzen, uit de Schrift en de overlevering ontleend. Dat Primaatschap van den H. Stoel is een Primaatschap, niet alleen van titel of van eer, maar ook van handeling, van uitvoering en van gezag. Het is eene louter geestelijke magt, niet te verwarren met het Bisschoppelijk gezag, en die zekere grenzen heeft, buiten welke haar regtsgebied zich niet uitstrekke, en die onderworpen is aan de besluiten der algemeene Kerk. Zoowel de wezentlijke regten, aan het Primaatschap verbonden, en hunne uitgestrektheid, als eenige algemeene grondregelen ter wijziging van de onderwerping, welke men verschuldigd is aan de besluiten van Rome, worden hieruit afgeleid.
Eene beoordeeling van dit merkwaardig geschrift kan van ons niet verwacht worden. Wij kondigen alleen aan, dat het verschenen is, en hebben het met belangstelling leeren kennen. De Schrijver, een geleerd en aanzienlijk man, staat op echt Catholiek standpunt, en is verre van Protestant te zijn. Maar hij is een gematigd Catholiek, die tegen de onfeilbaarheid van den Paus protesteert, terwijl hij zijne opperhoofdigheid, zijn Primaatschap geloovig erkent en eerbiedigt. Op hem en op zijn geschrift wijzen wij de dolle Ultramontanen, die hun overdreven stelsel voor het algemeen gevoelen hunner Kerk uitventen, en niet hooren willen van meer gematigde gevoelens, door velen hunner mede-Catholieken in stilte aangekleefd en hier opentlijk en krachtig uitgesproken. Ook achten wij de kennismaking met dit geschrift voor allen nuttig, die van de meeningen der zoogenaamde Jansenisten onder ons iets meer willen weten, dan