den anderen kant weder weinig bevrediging in deze korte opgaven zal doen vinden. Het boekje zal dan ook veel meer de strekking hebben, om op het bestaan van eene gaping in onze vaderlandsche letterkunde, op de behoefte aan eene op landbouw toegepaste Scheikunde, opmerkzaam te maken. De Scheikunde wordt evenwel wat te hoog gesteld, wanneer men uit hare toepassing de huisdieren grondig zou willen leeren kennen, gelijk wij op bl. 1 lezen. Evenmin is het naauwkeurig gezegd, dat de spiervezels ‘geheel gevormd in het bloed aanwezig zijn,’ bl. 63. De hier ontwikkelde denkbeelden zijn overigens grootendeels aan de bekende werken van liebig ontleend. Het is bekend, hoe deze scherpzinnige Scheikundige, door eene naauwkeuriger nasporing van 't geen de grond geeft, heeft aangetoond, wat men hem moet toevoegen, om hem niet uit te putten. Dit is het groote geheim der wetenschappelijke beoefening van den landbouw; en door die wetenschappelijke beoefening bij ons op te wekken, zal de Vereeniging tot ontwikkeling van Provinciale Welvaart niet alleen voor Overijssel, maar voor het geheele vaderland een zeer nuttig werk verrigten. Als eene eerste poging daartoe achten wij het in 't licht geven van dit Overzigt een belangrijk verschijnsel.