Wie is de Bruidegom? Door Emilie Flygare Carlèn. II Deelen. Te Haarlem, bij A.C. Kruseman. 1844. In gr. 8vo. 553 bl. f 5-60.
Een verhaal van vrolijker inhoud, dan die, waarop doorgaans deze Schrijfster het publiek vergast, en die haar bij ons het eerst haren naam hebben bezorgd. In dat opzigt behaagt het Rec. wel, die niet houdt van al de akeligheden, die tegenwoordig dikwijls noodeloos in romans worden opeengestapeld. Het sluit zich, wat den trant aangaat, dus veel meer aan haren Ivar, of de man zonder titel, dan aan de Kerkinwijding enz. Ivar intusschen beviel Rec. beter; het boek is wel los geschreven, maar het is eene heele kunst, om dien lossen, aardigen trant van schrijven twee deelen vol te houden, zonder dat het flaauw worde. Het komt Rec. voor, dat dit laatste hier wel eens het geval is. Wie op dit punt niet al te keurig valt, zal deze beide deelen met genoegen lezen. Deze roman behoort, onzes inziens, noch tot de minste noch tot de beste van de Schrijfster, maar behoeft dan ook, als onderhoudende leetuur, niet afkeurend beoordeeld of verworpen te worden.