eene vrije vertaling van Alice uit het Fransch van Mevr. de la faye brehier, die zich ook door andere geschriften reeds eenen loffelijken naam verworven heeft. In de Voorrede betuigt Mevr. van meerten: ‘Onze Nederlandsche meisjes, wier smaak nog niet overprikkeld en daardoor bedorven is, kunnen uit deze eenvoudige geschiedenis leeren, wat men, zelfs in nog zeer jeugdigen leeftijd, bij eenen vasten wil, een juist gevoel van zijne pligten en een geloovig vertrouwen op God, in staat is tot stand te brengen, en hoe waar het volksspreekwoord is: mensch! help u zelven, zit niet moedeloos neder, maar sla handen aan het werk, en God zal u helpen en Zijnen zegen verleenen!’ - Ref. beäamt dit geheel, mits men het alles niet in eigene kracht of eigengeregtigheid doe, maar steunende op de kracht, die van boven is. In dien geest is het hier dan ook geschied. Men leest dit werkje met boeijende en blijvende belangstelling; het heeft eene inderdaad zeer prijzenswaardige strekking; zelfs meer in jaren gevorderden zullen 't met genoegen en zelfs eenige stichting lezen. Het is inderdaad aangenaam te ontwaren, hoe vloeijend en los deze vertaling geslaagd is. Hoe zelden is dit het geval! Wij kennen vertalingen, waarbij men zelfs door den titel reeds aan het oorspronkelijke werk onregt deed, en daardoor toonde, dat men niet eens deszelfs strekking verstond. Le Visiteur du Pauvre van degérando bijv. heet in de vertaling de Vriend der Armen; terwijl het geheele oorspronkelijke geschrift dient, om te bewijzen, hetgeen de Fransche titel aanduidde, hoe men, om de armoede wèl te kennen, de armen bezoeken moet. Mevr. van meerten levert hier eene vertaling, die van een oorspronkelijk werkje al de uiterlijke kenmerken draagt, zóó goed is de overzetting geslaagd. Bl. 191 is
er eene misstelling ingeslopen, met den naam Jufvrouw (lees: Juffrouw) beverlei in plaats van colmar. Mogten vele jeugdige Lezeressen rijke vruchten van dit werkje trekken; dit zal gewis de beste belooning voor Schrijfster en Vertaalster wezen. Mevr. van meerten levere ons nog menige proeve, hoe, rijper leeftijd, rijke ondervinding en onverflaauwde ijver, met Christelijk geloof verëenigd, ten beste van het jonger geslacht heilzaam aangewend en met zegen bekroond wordt!
V.