Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1845(1845)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 659] [p. 659] Bij het emeritaat van den Amsterdamschen kerkleeraar J.L. Wolterbeek. Wie in 't maatschappelijke leven Zijn' stand zich kiezen mag en kiest, En, door een hooger zucht gedreven, Het aardsche als uit het oog verliest, - Hij kiest gewis het hoogst van allen, Den Godgewijden Leeraarspost, En, steunende op Gods welgevallen, Vraagt hij niet, wat die keus vaak kost. Verzaking toch van zingenoegen; Gemis van onbekrompenheid; Het dorre strand met kalv'ren ploegen; Verkett'ring; vitzucht; onbescheid; Verdonkering door ambtgenooten, Die schitt'ren met ontleende praal; Bevord'ring door hen afgesloten Wie gunst bevoordeelde of kabaal: Dat alles, en wie kan vermelden Wat meest den wakk'ren geest bedroeft? 't Zijn dorens, die hem veelzins kwelden, Waar God hem lout'rend meê beproeft. Gij, waardig Man, deedt eens die keuze, Zoo treflijk, doch zoo vol gevaar. ‘Met God!’ was toen uw schoone leuze; Hij bleef u bij in elk bezwaar. Doch, wat bezwaren u ook rezen, Gelukkig was uw Leeraarslot. Ja! rijkgezegend mogt gij wezen: Want gij, gij wandeldet met God. [pagina 660] [p. 660] Geen zinvermaak kon u bekoren; Geen bange zorg verlamde uw taak; 't Beschaafdst gehoor was u beschoren; Uw leer verwon elks wederspraak; Geen schijnvertoon had bij u waarde; Door vromen ijver voorgelicht, Waart gij uwe eereplaats op aarde, Naast God, uzelv' alleen verpligt. Zaagt ge uw Geloof ook zwaar beproeven, Gij gaaft het voorbeeld van geduld; En wat u immer mogt bedroeven, Gij leedt, o ja! maar buiten schuld. Zoo bleeft ge een' halven Eeuwkring wand'len; Één was alwat ge spraakt of deedt, Uw leer verzeg'lend door uw hand'len Bij 's werelds lief, bij 's werelds leed. Geniet, o Grijsaard! thans de ruste, Zoo welverdiend, na 't moeizaam werk; Het loon van d' ed'len zelfbewuste, Gezegend door Gemeente en Kerk! En heeft (doch spade!) uw uur geslagen, Men beitele op uw laatste kluis: ‘Hij werd door de engelen gedragen Naar de eereplaats in 's vaders huis.’ Rhijnheuvel, bij Arnhem, Aug. 1845. j.w. ijntema. Vorige Volgende