Ruime gift tot een goed oogmerk.
Niet zeer vleijend voor den Advocatenstand in Ierland is de volgende anecdote: Te Dublin was een Advocaat in zoo armoedige omstandigheden gestorven, dat zijne ambtgenooten, tot vinding der begrafeniskosten, eene schellings-inschrijving openden. Nadat de meeste Juristen voor hunne bijdragen geteekend hadden, kwam de inzamelaar ook bij een' der regters, toler geheeten, naderhand Lord Opperregter norbury, en vroeg hem, of hij niet ook eenen schelling wilde bijdragen. ‘Eenen schelling!’ riep toler; ‘niet meer dan eenen schelling, om eenen Advocaat te begraven! Neen, mijn vriend, hier hebt gij een guinje (21 schellingen). Ga nu en laat er eenëntwintig begraven!’