Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1845(1845)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De kraai en de tortelduif. Kraai. Nog immer zucht ge, o duif! waarom met jammerklagten De lucht vervuld, daar liefde en vreugd in 't loof u wachten? Tortelduif. Mijn trouwe tortel stierf; hem velde 's jagers lood: Wat rest mij, dan de dood? Kraai. Maar gij, gij bleeft bestaan, beveiligd voor zijn schroot. Tortelduif. Gevoellooze, ach! juist dáárom wensch ik mij den dood. Vorige Volgende