Bravo, vader!
Een tooneelspeler, die zijn gering talent door eenigen bijval ondersteunen wilde, maar het klappen en toejuichen niet, als zoo vele kunstenaars van grooten naam, betalen wilde of kon, plaatste zijne vier hoopvolle spruiten op de staanplaats, en gaf hun den last, om, wanneer hij optrad, duchtig in de handen te klappen, en als er in zijne rol iets treffends voorkwam, bravo! te roepen. - De knaapjes hadden dit goed begrepen, en het handgeklap bleef ook niet zonder navolging; maar toen het er nu op aank wam om bravo! te roepen, en alle vier de kracht hunner longen daartoe regt inspanden, riep de jongste knaap, die misschien het enkele bravo wat oneerbiedig vond: ‘Bravo, vader! bravo, vader!’ - Geheel het publiek barstte nu in een luid gelach uit, en de vlieger ging niet op.