Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1845

Aan de Protestanten en Katholieken in Nederland. Een woord ter zake van het Duitsch-Katholicismus. Door S. Coolhaas van der Woude, Predikant te Annerveen, beroepen te Emmen. Te Groningen, bij J. Oomkens, J.zoon. 1845. In gr. 8vo. 16 bl. f :-20.

Een vlugschriftje, aan de Nederlandsche Christenen gerigt, om hen op te roepen tot medewerking ten behoeve van het Duitsch-Katholicismus, is in deze bladen vervat. De Katholieken worden opgewekt, om, even als ronge c.s., het dwangjuk van Rome af te werpen, en de Protestanten, om blijken te geven van hunne belangstellende liefde jegens de Duitsche Medechristenen, die, hoe verschillend ook in uiterlijke vormen van eeredienst, met ons in beginselen en in den geest één zijn. Zelfs de Christenleeraars worden uitgenoodigd, om in hunne gemeenten vrijwillige geldelijke offers te verzamelen en daardoor de Duitsch-Katholieke gemeenten te ondersteunen. Dit een en ander wordt in een' krachtigen, vrij opgewonden' stijl voorgedragen en met den meesten ernst aangedrongen. Of het reeds weêrklank gevonden heeft, is ons niet gebleken. En zoo zou dan de Heer van der woude zich in de

[p. 707]

Nederlandsche Christenen bedrogen hebben? Wij vreezen het. In Nederland is men doorgaans voorzigtig genoeg, om niet met elk nieuw verschijnsel te dweepen. Vindt over het algemeen het Duitsch-Katholicismus onder ons opmerking genoeg, men wacht, in plaats van voorbarig te handelen, den loop van zaken af, totdat het zich in zijne ware gedaante zal hebben vertoond en allengs meer ontwikkeld. En blijkt het dan op de proef een werk van God te zijn, voorwaar, dan zullen onze Christelijke landgenooten, onze Protestanten vooral, zich niet onttrekken. Nog echter is, onzes inziens, die ure niet gekomen. En wij hadden wel gewenscht, dat ook de Heer van der woude tot zoo lang zijn oordeel opgeschort en zijn opwekkingswoord had teruggehouden. De goede zaak zou er niet bij verloren hebben.