Hebreeuwsch en Nederduitsch Woordenboekje, door S.E. Heymans en G.J. Polak. Te Amsterdam, bij M. Coster. 1845. In kl. 8vo. 48 bl. f :-40.
Het onderwijs op de Israëlitische godsdienstige scholen omvat niet slechts de Hebreeuwsche taalkunde, maar ook de Nederduitsche vertaling van den Pentateuchus en de gewone gebeden. Daartoe is echter Copia verborum noodig, en de beide Opstellers van deze woordenlijst besloten derhalve, die tot zelfoefening der aankomende leerlingen in het licht te geven.
Men moet hier geene uitvoerige Dictionnaire, maar slechts mededeeling der meest gebruikelijke substantiva en verba verwachten, en dan komt het ons voor, dat de Schrijvers over het geheel zich wèl gekweten hebben. Uit den betrekkelijk grooten voorraad toch vinden wij hier gewoonlijk die woorden gekozen, die het eerst en meest voorkomen. Zij zijn geregeld gerangschikt, en zoover wij konden nagaan, zeer juist door Hollandsche woorden en spreekwijzen uitgedrukt. Men zal zich, tot het voorgestelde doel, van dit boeksken, bij den allereersten aanvang der Hebreeuwsche studie, met vrucht kunnen bedienen.
Boekbes. bl. 624, reg. 2 v.o. noot, staat triwen, lees: trusen.