Nieuwste Geschiedenissen van Nederland, in jaarlijksche overzigten (ook van Europa's toestand.) Door A.J. Lastdrager. IVde en Vde Deel. Te Amsterdam, bij G.J.A. Beijerinck. 1844 en 1845. In gr. 8vo. 375, 64; 330, 78 bl. f 9-60.
In deze twee Deelen hebben wij dezelfde gebreken aangetroffen, als op de vorigen waren aangemerkt; dezelfde betrekkelijk veel te groote uitvoerigheid in het overzigt van de geschiedenis der Europesche staten; hetzelfde dooreenmengen van het meer en minder of in het geheel niet belangrijke; in alles, met één woord, dezelfde gebreken, zoodat men zich de vroeger gemaakte aanmerkingen niet heeft willen of kunnen ten nutte maken. Wij merken nu nog op, dat eene menigte eigennamen, te velen om te noemen, verkeerd is gespeld, en dat ten onregte D. V, bladz. 262, gezegd wordt, dat te Bommenede een nieuw schoollokaal werd gebouwd, hetgeen er niet bestaat en nooit bestaan heeft. In hoeverre de uitdrukking, dat de Londensche Conferentie het er op scheen te hebben toegelegd, ons in ons eigen vet te laten gaar smoren, met de waardigheid der geschiedenis overeenstemme, behoeven wij niet te beoordeelen.
Eenige zeer middelmatige platen vergrooten wederom den prijs van het werk. Zij bestaan in afbeeldingen van gedenkpenningen, platten grond van Athene volgens het nieuwe plan van opbouw, en de monumenten voor baljée, ter pelkwijk en kemper.
Men mag dit werk bouwstoffen voor de geschiedenis noemen, maar geschiedenis is het niet.