Cupido. Te Utrecht, bij van Paddenburg en Comp. 1844. Post 8vo. 140 bl. f 1-25.
Aan wien wij de verzameling van dit bevallige boekje hebben te danken, wordt ons niet berigt. Het verschijnt zonder eenige bijzondere aanwijzing in het licht, maar prijst zich door netten druk en bevallig uiterlijke als van zelf aan. Het is eene verzameling van minnedichten uit de beste onzer oude dichters, eene verzameling vol liefelijke, zoetvloeijende, teedere of geestige stukjes, met oordeel gekozen en van dien aard, dat zij geene stuitende of al te losse gedichten bevat, zoodat zij gereedelijk als een bevallig geschenk kan worden uitgereikt. Een paar stukjes zijn door den Heer craeyvanger op muzijk gebragt. Jammer, dat het lieve boekje door dien leelijken cupido op den titel wordt ontsierd! Hij schrikke niemand af! Het aardige bundeltje vinde vele koopers en lezers!