nis, en geschikt naar de verstandelijke en zedelijke behoeften van hen, voor wie het meerendeel dezer stukken is opgesteld, valt buiten de beoordeeling van ieder, die niet of in Indië gewoond heeft en den godsdienstigen toestand der bevolking aldaar zorgvuldig heeft gadegeslagen, of niet door bijzondere berigten in de gelegenheid is geweest om veel meer van de inwendige kerkelijke gesteldheid in onze O.I. volkplantingen te weten, dan het, helaas! zeer weinige en zeer oppervlakkige, dat deswege aan den belangstellende hier te lande kan bekend zijn. Op zoodanig iets geeft het voorberigt hoop, en wij moedigen den Heer van rossem ernstig aan, om, zoo hij zulks bij het ontvangen van deze aankondiging niet reeds gedaan heeft, daarin vooral woord te houden, opdat men hier te lande toch nader ingelicht worde aangaande de allergewigtigste belangen - de godsdienstige, zedelijke en kerkelijke - van de inwoners van Java en andere eilanden, dan door de allerschraalste berigten geschiedt, die jaarlijks in de Synodale Handelingen worden aangetroffen.
Om op deze leerredenen uit het genoemde oogpunt terug te komen: de hoofdaanmerking, die wij, ook bij onze onbekendheid met het tijdelijke en plaatselijke, op dezelve hebben, is juist, dat wij daarvan geheel geene sporen hebben aangetroffen. Op een paar onbeduidende uitdrukkingen na, blijven deze leerredenen zoozeer in het algemeene hangen, dat zij even goed in elke vaderlandsche, niet geheel uit onkundig eenvoudigen bestaande gemeente zouden kunnen worden uitgesproken. In dit opzigt verraden zij den jeugdigen, nog niet geoefenden Prediker, en hadde het praedicaat: Oost-Indische gerustelijk kunnen achterblijven.
Voor het overige zijn dispositie, indeeling, stijl en dergelijke hoedanigheden, zonder iets bijzonders te bezitten, doorgaans goed. Men zou alleen hier en daar eenigen meerderen gloed mogen wenschen; populariteit zal er niemand aan ontzeggen.
Zonder eene dorre opgave der schetsen te geven, willen wij iets van den inhoud zeggen. De bundel wordt geopend