In dezen tijd, waarin de legende van den wandelenden Jood door den titel, meer nog dan door den inhoud, (althans zoo ver die bekend is) door middel van het, door de geheele beschaafde wereld heen gelezen werk van eugene sue, bekend is en besproken wordt, zal dit stukje aan velen welkom zijn. De literatuur van het onderwerp kon nog al eenige aanvulling lijden, en ten aanzien van de historische kritiek van het verhaal brengt het vlugschriftje ons niet verder. Zelfs de verhandeling van Prof. roijaards (Archief voor Kerk. Gesch. D. XIII, bl. 311) en andere, in de voorrede aangehaald, waren den Schrijver onbekend. Eene kritische behandeling, naar aanleiding en met gebruik van het oorspronkelijke en de daarin aangehaalde schriften, ware, als men dan toch iets over deze vertelling geven wil, beter geweest.