Wie zijn hier de welgezinden? Natuurlijk de Heer le roy, en diegenen, die het met zijn Eerw. eens zijn. Maar vindt men aan deze zijde niet hetzelfde, wat in de tegenpartij wordt gelaakt? Op bl. 15 wordt onder de uitwendige oorzaken, uit welke de menschenvrees ontstaat, de dwingelandij der geleerden genoemd, die, wat met hunne grondstelling niet overeenkomt, plegen verdacht te maken, of onder den dekmantel van orthodoxie, of onder den naam van liberaliteit; waarbij deze noot is gevoegd van den Vertaler: ‘Franke sprak hier eigenlijk van de kettermakerij der geleerden, als zijnde in zijnen tijd hun hoofdgebrek; doch daarvoor heeft men nu minder van die zijde te vreezen: de schoone naam van liberaliteit is daar nu aan de order van den dag, en het is toch in beiden dezelfde dwingelandij, die geene andere denkbeelden dan zijne eigene verdragen kan.’ Het is vreemd, dat de Eerw. Vertaler vergeet, dat de partij der in zijn oog welgezinden diezelfde dwingelandij wil uitoefenen, welke geene andere denkbeelden dan hare eigene verdragen kan.
Inhoud: Wat en hoe menigerlei de menschenvrees zij. - Van de oorzaken, uit welke de menschenvrees ontstaat. - Van de kenteekenen en werkingen, in welke zich de menschenvrees ontdekt. - Van de menigvuldige schaden, welke de menschenvrees veroorzaakt. - Van de verontschuldigingen, waarmede men de menschenvrees pleegt te bemantelen. - Van de middelen, waardoor men van de menschenvrees bevrijd kan worden. - Van de Christelijke bescheidenheid, wijsheid en voorzigtigheid, welke bij de ware vrijmoedigheid des geloofs te behouden is; en dat geloof en vermetelheid te onderscheiden zijn. - Van de onschatbare nuttigheid van een vrijmoedig en alle menschenvrees overwinnend geloof.
Het boekje stichte veel nut, en herinnere velen, wat ook op bl. 89 in bedenking gegeven wordt, dat paulus zegt: God heeft ons niet gegeven een geest der vreesachtigheid, maar der kracht, en der liefde, en der gematigdheid. (2 Tim. I:7.)